|
|||||||
|
Archief Ach zo zat dat | March 2008Februari 1583: een sprong in de tijd25 februarii 1583 stylo novo: twee kleine woordjes "nieuwe stijl" of "nieuwe tijd" in het register van de Hoeseltse schepenbank getuigen ervan dat we stipt volgens de voorschriften van onze heer en meester, de prins-bisschop van Luik, overstapten op de nieuwe kalender en zonder verpinken 10 dagen uit onze tijdrekening geschrapt hebben...Hoe zat dat? Hoeseltse lengte- en oppervlaktematenOp 30 juni 1757 werd in Hoeselt een mandement van Prinsbisschop Jan Theodoor van Beieren afgekondigd, van 11 juni 1757, waarbij de gemeente verplicht werd om een controle te doen op de maten die zij hanteerde.Anno 1654 - Terreur in SchalkhovenIn 1654 schreef pastoor Dickbeens een pro memoria in het Armenregister van Schalkhoven. Hiermee wou hij de zes of zeven gezinnen gedenken die have en goed verloren hadden door de terreur van de Lorreinse troepen.Unitaire parochie, verbrokkeld Frankisch fiscusdomein.In de voorchristelijke en in de Romeinse tijd kenden we in Hoeselt wat sporadisch wonen. De geschiedenis van Hoeselt als leefgemeenschap begint ergens in de 8ste eeuw. In die tijd werden onze streken gekerstend vanuit de bisschopsstad Tongeren en vanuit Wintershoven. Nog vóór 800 werd Hoeselt, als zelfstandige parochie, losgemaakt van de Tongerse christenheid. De Hoeseltse christenen vormden voor het eerst een gestructureerde en georganiseerde gemeenschap... Romershoven, waar de kerk in het bos lag...Tussen 1840 en 1850 bouwde Romershoven een nieuwe kerk op de plaats waar de kerk nog staat. In de eeuwen daarvoor was dit echter niet zo: Romershoven was bekend als het dorp waar de kerk in het bos lag...En inderdaad, als we de Ferrariskaart bekijken (een militaire stafkaart van ±1775), dan stellen wij vast dat de kerk bijna tegen de Winterbeek getekend staat, op een sprong afstand van de mot of het Blokkes (gebouw met gracht errond, onder de N van -hoven). De enige die ons wat nagelaten heeft over hoe die kerk er uit zag, is de provinciale architect Lambert Jaminé, die in 1839 door de gouverneur werd uitgezonden om te gaan onderzoeken of de kerk wel in zo'n slechte staat was als dat de heren raadsleden van Romershoven dan wel beweerden. |
||||||