Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Ach zo zat dat

Unitaire parochie, verbrokkeld Frankisch fiscusdomein.


In de voorchristelijke en in de Romeinse tijd kenden we in Hoeselt wat sporadisch wonen. De geschiedenis van Hoeselt als leefgemeenschap begint ergens in de 8ste eeuw. In die tijd werden onze streken gekerstend vanuit de bisschopsstad Tongeren en vanuit Wintershoven. Nog vóór 800 werd Hoeselt, als zelfstandige parochie, losgemaakt van de Tongerse christenheid. De Hoeseltse christenen vormden voor het eerst een gestructureerde en georganiseerde gemeenschap...




Hoe wij dat weten?
Aan de hand van de tienden. Alle landbouwuitbatingen binnen de territoriale omschrijving van een parochie waren een kerkelijke belasting verschuldigd aan hun parochiekerk gelijk aan één tiende van de opbrengsten van hun arbeid. Een gedeelte van de opbrengst van deze belasting moest besteed worden aan de armen van de parochie, een gedeelte ging naar de pastoor en een gedeelte ging naar de grote tiendheffer of de eigenaar van de parochie. Van in den beginne was de bisschop van Tongeren, later die van Luik, eigenaar. In 1066 schonk hij de eigendom aan het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Hoei en dit bleef zo tot aan de Franse Revolutie.

In het jaar 813 werd in de capitularia, de door Karel de Grote afgekondigde wetten, vastgelegd dat de tienden voortaan één en ondeelbaar zouden zijn en tot in der eeuwigheid amen zouden toebehoren aan de kerk die er titularis van was. Wanneer die titelvoerende kerk later afhankelijke kerken zou oprichten, kon bijvoorbeeld niet een stuk van tiendopbrengsten als bruidschat meegegeven worden aan de nieuwe kerk. En zo bestaat het dat de tiendomschrijving Hoeselt bij de Franse Revolutie nog steeds dezelfde was als deze in het jaar 800, ook al oefenden in al die jaren verschillende instanties dit tiendrecht uit en werden er verschillende kerken of kapellen opgericht die van de moederkerk van Hoeselt afhingen.

Zeven afhankelijke kerken werden er vanuit Hoeselt gesticht: Beverst, Vliermaal (met Vliermaalroot), Sint-Huibrechts-Hern, Romershoven, Schalkhoven, Werm en Althoeselt. Samen met Hoeselt zelf maakten zij, tot aan de Franse Revolutie die grote parochie Hoeselt uit.

Hoe anders verliep het echter met het wereldlijk gezag.
Ten tijde van Karel de Grote viel de parochie Hoeselt nog samen met het koninklijk fiscusgebied. De opbrengsten die hier werden voortgebracht kwamen rechtstreeks terecht in de geldbeugel van de koning of van de keizer. Later gaf hij dit domein in leen aan de bisschop, nog later de prinsbisschop van Luik. En ook de bisschop, gaf stukken van dit grote domein verder in onderleen. Meestal deed hij dit om zich te verzekeren van steun van een machtig heerschap uit zijn nabuurschap. Zo kwam omzeggens de helft van het oorspronkelijke domein Hoeselt in handen van de Graven van Loon, die het op hun beurt weer verder in leen gaf. Een enkele keer schonk de bisschop een stukje van zijn wereldlijke macht over Hoeselt aan een kerkelijke instelling. Met name ging het over het grote bos van Romershoven, dat aan de kanunniken van het Kapittel van Sint-Jan in Luik werd cadeau gedaan om wat aan hun schrijnende armoede te doen.
Ieder kerkdorp, dat op kerkelijk vlak tot de parochie Hoeselt behoorde, had zo op wereldlijk vlak een andere overheid en een andere gezagsstructuur. Bij de ene was Luiks recht toepasselijk, bij de andere Loons recht en in een enkel geval zelfs beide. Het ene dorp was een heerlijkheid onder een edelman, het andere behoor­de toe aan een religieuze instelling, die inzake bestuur en rechtspraak verplicht was een voogd aan te stellen. En telkens stoten we op die merkwaardige ver­strengeling tussen het Loonse en het Luikse. Her en der verspreid in dit gebied lagen dan nog diverse leengoederen, waarop de lokale adel hun motten, borgen, blokhuizen en kastelen ge­bouwd had.
  1. Beverst was een Loonse heerlijk­heid. In 1785 werd ze verheven door landcommandeur van Alden Biesen, Franz von Reischach, als vrijbaanderheer van Beverst. De gemeente was voor de helft Loons en viel zo onder de bevoegdheid van de Bilzense buitenbank. Voor de andere helft was ze Luiks en hing ze af van de binnenbank van Bilzen.

  2. Hoeselt en Althoeselt behoorden toe aan het Sint-Lambertuskapittel van Luik. Dat werd in 1155 nog eens uitdrukkelijk bevestigd door keizer Frederik Bar­barossa. De opbrengsten van Hoeselt kwamen toe aan de bisschoppelijke tafel, die instond voor het persoonlijk inkomen van de prins-bisschop. In die zin vormen deze beiden de voortzetting van het oude koninklijke fiscusdomein. In de 17de eeuw (1619-1683) werden Hoeselt en Althoeselt als heerlijkheid verpand aan de landcommandeurs van Alden Biesen. Vanaf 1706 werd de familie (de) Moffarts pandheer. De inwoners leefden onder het Luikse recht en de schepen­bank ging lering vragen aan de schepe­nen van Luik.

  3. Romershoven was een Luikse heer­lijkheid en behoorde toe aan het kapit­tel van Sint-Jan-Evangelist in Luik. De voogdij over Romershoven werd echter als een Loonse heerlijkheid verheven. In de tweede helft van de 18de eeuw oefende baron de Moffarts van Hoeselt de voogdij uit. De gemeente was Luiks en de schepenen pasten Luiks recht toe.

  4. Schalkhoven en Sint-Huibrechts-Hern vormden één Loonse heerlijkheid, die toebehoorde aan de heren van 's­Herenelderen, in de 18de eeuw de gra­ven Renesse. Het toepasselijk recht was er Loons en de schepenbank viel onder het ressort van het hooggerechtshof van Vliermaal.

  5. Werm was een Luiks leen. In de 18de eeuw voerde de familie de Broeckmans de titel van heer van Werm. De gemeen­te daarentegen was Loons en viel onder het ressort van het hooggerechtshof van Vliermaal, dat lering gaf aan de schepen­bank van Werm.

  6. Hardelingen was een allodiaal bezit van het 0.-L.-V.-kapittel van Tongeren. Vanaf de 13de eeuw kwam de voogdij over Hardelingen toe aan de heren van Werm. Op de enkele bewoners van dit domein was Luiks recht van toepassing.

  7. Vliermaal (en Vliermaalroot) was de oude gerechtelijke hoofdplaats van het graafschap Loon. De overgrote meerder­heid van de Loonse schepenbanken viel onder het ressort van het hooggerechts­hof aldaar. Vliermaalroot kwam pas los van Vliermaal, toen het in 1865 een zelfstandige gemeente werd.



Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be