Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

In 't landschap

Putten, poelen en grachten. De watervoorziening in het centrum van Hoeselt van in Jezukes tijd tot aan de twintigste eeuw...

Jezukes tijd ligt misschien iets té ver in het verleden, maar van zodra er in de geschreven bronnen sprake is van het Dorp van Hoeselt, in de moderne plaatsnaamgeving is dat van de Grot tot aan de Zapstraat of Sapstraat, kende het Dorp een uniek systeem van watervoorziening dat o.a. gebaseerd is op de natuurlijke helling van de Dorpsstraat.

Wie geluk had dat er een waterader onder zijn perceel liep, maar vooral wie het zich financieel kon permitteren, boorde een eigen waterput. Voor de gewone man was dat al gauw te hoog (of te diep) gegrepen. Immers, toen de pastoor in het begin van de 18de eeuw van de gemeente een toelage kreeg om bij de pastorij een put te zetten, bedroeg de toelage 100 gulden, dat was meer dan honderd keer het dagloon van een gewone werkman! Een groot deel van de bewoners van het Dorp maakte voorzeker gebruik van de openbare voorzieningen.

De bron
De bron, die het hele dorp van water voorzag, ontsprong boven in het Dorp, op de Hooffacker, ten noorden van de Hooffackersteeg (nu de Grot).

De Overste Poel
Het opborrelend water verzamelde daar in de Overste of Opperste Poel. Vanaf de oudste vermelding, in 1412, bevond zich daar ook de Overste of Opperste Putte. In tegenstelling tot wat het woord tegenwoordig insinueert, was de poel de eerste voorlopige opslagplaats van het zuiver, drinkbaar water dat via een brede gracht aan de noordzijde van de Dorpsstraat en via verschillende poelen met bijhorende putten doorvloeide tot aan het begin van de Zapstraat.

De Middelste Poel 1
Tot in de 17de eeuw vindt men de tweede poel tegenover het huidige goed "van Bockrijk". Tot dan lag daar de Middelste Poel, in de schaduw van twee oude lindebomen. Het heette daar ook het midden van het dorp. Vreemd misschien. Maar aan de zuidkant van de Dorpsstraat resideerden toentertijd de belangrijkste families van Hoeselt en precies tegenover de poel de allervoornaamste: de van Coerswerms. Bij de Middelste Poel, onder de lindebomen, wordt in de oudste documenten ook de plaats van justitie gesitueerd. Genoeg argumenten dus om van het centrum of het midden van het dorp te spreken.

In het begin van de 17de eeuw trouwde ene Willem Moffarts met de dochter van de laatste Hoeseltse van Coerswerm. Het paar kreeg het huis Coerswerm toebedeeld. De ambitieuze Willem liet indrukwekkende bouwwerken uitvoeren aan de woning - hij realiseerde het oudste nu nog bestaand deel van het complex - en toen die werken achter de rug waren moet hij geoordeeld hebben dat een poel in het midden van het dorp voor Moffars wenninghe toch geen zicht was. Hij liet de Middelste Poel dempen. Naar deze ingrijpende gebeurtenis wordt in verschillende registers verwezen met de uitdrukkelijke toevoeging dat Willem Moffarts de initiatiefnemer was en met de opmerking dat ook één van de lindebomen bij die ingreep sneuvelde.

De Middelste Poel 2
In documenten van na 1625 krijgen percelen, die eerder gesitueerd werden als gelegen in het Dorp en tegenover de Hulstraat, plots een plaatsbepaling meer: tegenover de Hulstraat én tegenover de Middelste Poel! Er was dus een nieuwe Middelste Poel gemaakt op de hoek van de Dorpsstraat en de Hulstraat, op Wagemanshof.
Vanaf toen werd het begrip midden van het dorp ruimer: het midden van het dorp reikte nu tot aan de nieuwe Middelste Poel en tot Wagemanshof.

De Onderste Poel
De Onderste Poel of de Poel bij de kercke, ook wel de Marcuspoel genoemd, is te situeren op de hoek van de Kerkstraat en de Kielstraat (nu L.Lambrechtsstraat).

Tackenpoelke
Nog lager, op de plaats die vroeger Aecken werd genoemd, bij het begin van de Aeckerstraat of Sapstraat, ving het Tackenpoelke de laatste resten water op.

Functie
Deze ingenieuze grachten-poelen-combinatie vervulde een drievoudige functie.
Ze voorzag het hele dorp van drinkbaar water. Het was verboden het water te bezoedelen, het vee aan de poelen te laten drinken of de was erin te doen.
Een dammensysteem zorgde voor de watertoevoer, zodat bij brand het doorsteken van die dammen het water vlug en overvloedig naar de plaats van bestemming voerde. Nog in de 19de eeuw functioneerde de brandbeveiliging van het Dorp op dit systeem.
Tenslotte deed deze grote gracht, tezamen met de kleinere gracht aan de andere kant van de straat, bij overvloedige regen en noodweer dienst als nood- of vloedgracht.

De kleine gracht, aan de zuidkant van de straat, is altijd een gewone afwateringsgracht geweest.


Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be