|
|||||||
|
Uit de volksmondDe legende van het DuivelskruisVan de Papenbergstraat, die Sint-Huibrechts-Hern verbindt met Vrijhern, splitst zich op de grens met Vrijhern een wandelweg af. Op die tweesprong staat sinds mensenheugenis een nietig staakkapelletje: een houten kastje op een paal, op tijd en stond vervangen door een jongere versie... Maar vóór mensenheugenis stond op die plaats een kruis. Een kruis met een naam en een verhaal. Het verhaal is eeuwenlang verteld, verteld en bijgespijkerd tot het een legende werd... De legende van het Duivelskruis.
Driekoningenavond op een boerderij in Vrijhern. Het hele gezin, de twee knechten inbegrepen, zat rond de tafel geschaard en genoot, met enige spanning, van de koningskoek. Het lot zou beslissen wie er koning werd en met jenever moest trakteren. Het werd de jongste knecht, de varkenshoeder.
In Vrijhern was geen jenever te koop, dus trok de jongen in het donker naar Hern. Voor alle veiligheid nam hij een mesthaak mee. De oudste knecht wreef zich de handen, hij zou die bangscheet eens de stuipen op het lijf jagen! Hij sloeg een koeienvel - met horens - rond schouders en hoofd en hij haastte zich naar het kruispunt van veldwegen waar hij verscholen wachtte tot de jongen terugkwam... ... om dan op te duiken uit het niets, naar voor te springen en de varkenshoeder met een donderstem toe te schreeuwen: "IK BEN DE DUIVEL"!! Gelukkig dat de jongen een mesthaak bij zich had! Met één ontiegelijk harde klap sloeg hij de duivel zo stevig op het hoofd dat die uitgeschakeld neerzeeg. De jongen rende opgelucht en fier naar de boerderij om zijn wedervaren te vertellen. Daar hadden ze algauw begrepen wie de duivel werkelijk was! Ze vonden de oudste knecht dood terug, met het vel aan zijn lijf, en de horens op zijn hoofd, vastgeschroeid als een tweede huid. De man werd in deze toestand ter plaatse begraven. Het kruis dat die onzalige plek markeerde werd daarom Duivelskruis genoemd. Zoals het gaat met sagen en legenden, kent ook dit verhaal zijn varianten. De Vlaamse Volksverhalenbank tekende in een straal van enkele kilometer rond de plaats delict verschillende versies op van de legende van het Duivelskruis. Er zijn minstens acht duidelijk afwijkende verhalen in omloop. Even vergelijken... De plaats Op één na alle verhalen situeren het voorval in Vrijhern, langs de weg naar Hern, dus over de Papenberg. Eén versie plaatst het Duivelskruis in Hern. De uitgangssituatie Vier keer is het driekoningenfeest de aanleiding tot de bewuste tocht door de duisternis. In één van die vier versies is er sprake van een uitdaging. In één verhaal zitten de boer en zijn vrienden te kaarten en te drinken in afwachting van de geboorte van een veulen. De knecht wordt uitgedaagd om naar Hern te gaan en drank bij te halen. De drie andere varianten hebben geen inleidende situatieschets nodig maar kiezen voor pure uitdaging of een weddenschap als uitgangspunt. Jenever In alle versies, op één na, is er sprake van een fles sterke drank, in zes van deze zeven gevallen is de drank jenever. In één van die verhalen moet de betrokkene de drank niet gaan kopen of halen, maar zal hij die als beloning krijgen als hij langs het Duivelskruis durft te lopen. Dat er telkens een fles en niet een kruik jenever genoemd wordt, zal wel te wijten zijn aan het feit dat de vertellers het verhaal transponeren naar de huidige tijd. Duisternis Alleen de driekoningenverhalen suggereren dat het gaat over een tocht in de duisternis. De betrokkenen In de verhalen die aanvangen op een boerderij in Vrijhern zijn de twee hoofdpersonen knechten, waarbij de jongeman ofwel varkenshoeder ofwel koewachter is. De andere versies hebben het over jongens, vrienden of broers. Uitdaging en gevaar: het kruis Vijf varianten spreken van uitdaging en suggereren de aanwezigheid van gevaar. Dat gevaar wordt geassocieerd met het Duivelskruis. In elk van deze vijf versies staat het bewuste kruis er al en speelt het drama zich af bij dit kruis. Het vel In zeven verhalen sloeg de belager een koeien- of stierenvel om. In één versie wordt een vriend in berenvel verward met een weerwolf. Vier keer is het vel niet meer los te krijgen van het lichaam van de dode. Dialoog Vier versies brengen een dialoog tussen de jongen en de 'verschijning'. Opmerkelijk is dat de dappere jongen dan als eerste het woord neemt. Hij vraagt naar de identiteit van de verschijning: 'Ben jij van God of van de duivel?' of 'In Gods Heren naam, zeg mij wie je bent!' Het antwoord is twee keer 'Van de duivel', één keer 'Ik ben de duivel'. Ook in bovenstaande versie maakt de oudere knecht zich bekend als de duivel, maar hij doet dat uit eigen beweging en niet als antwoord op een vraag. In één verhaal komt er geen antwoord op de gestelde vraag. De duivel Vijf keer wordt de 'verschijning' geacht een duivel te zijn; namelijk in de vier driekoningenverhalen en in dat waarin men op de geboorte van het veulen zit te wachten. In twee versies meent de jongeman een weerwolf te zien bij het kruis en één keer is de verschijning een spook. De mesthaak In alle verhalen heeft de jongeman een mesthaak of een mestvork bij en in alle versies slaat hij daarmee zijn belager dood. En nu de historie In het laatste kwart van de 16de eeuw, toen oorlog en armoe troef waren, oordeelde het Kapittel van Hoei - de grote tiendheffer in de grote oerparochie Hoeselt - dat het moment gekomen was om eens deftig te berekenen welke inkomsten de kerken en de pastoors van hun parochies hadden. En zo bleven in Hoei kopieën bewaard van parochiale registers die hier ter plekke de tand des tijds niet trotseerden. Amicus (Vrindt voor de vrienden) Mesotten, pastoor in Hern, zorgde in de jaren 1580 én in 1594 voor afschriften van de Hernse kerkregisters. In één van die registertjes lezen we: Jasperus vanden Zavel supra vii virgatas terrae arabiles prope Duijvels Cruijs et confiniunt heredibus Henrici Anthoni ... ii d of vrij vertaald: Jasper Vanden Zavel is ons jaarlijks 2 penningen verschuldigd van 7 roeden landbouwgrond bij het Duijvels Cruijs. Het land grenst aan de bezittingen van de erfgenamen van Hendrik Anthonissen.Dit is tot nog toe de oudste teruggevonden vermelding van het Duivelskruis. Het kruis stond er dus in 1580. En het feit dat het een ingeburgerde naam had wijst erop dat het kruis er nog veel langer stond én dat het toen ook al associaties had met de één of andere dramatische gebeurtenis. Zou ook de legende zó ver teruggaan in de tijd? Jef Timmermans uit Vrijhern schreef in 1902 de legende in dichtvorm neer... DE LEGENDE VAN HET DUIVELSKRUIS TE VRIJHERN Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||