|
|
Kiekjes gekeken
Ik wil een dappere kerel zijn!
De zomer van 1951 leek een kwakkelzomer te zullen worden. De leiding van Dwars door Zee, het Hoeseltse verbond van de KSA (Katholieke Studentenactie), kloeg steen en been over de zwakke opkomst van haar leden naar de vakantieactiviteiten.
Het kamp, dat het hoogtepunt van de zomer moest worden, dreigde bovendien door allerlei tegenslagen nog in dieper water te vallen...
Jef van de secretaris, toenmalig bondsleider, had al driemaal gemeend dat alles tot in de puntjes geregeld was. Maar neen: de eerste plannen voor een kamp in Opglabbeek moesten afgeblazen worden. Toen Jef dan meende in Dorne zijn tenten al opgeslagen te hebben, kreeg hij bericht dat de zaak ook daar niet kon doorgaan. En ook de mensen, waarmee hij daarna in Lommel al zo goed als rond was, haakten in extremis af.
Jef schreef en schreef en dwong de post tot overuren. In extremis viel Hengelhoef nog als laatste hoop aan een verregende horizon uit de bus of beter in Jef zijn bus.
Op een kale dinsdagnamiddag, 17 augustus 1951 om 13 uur, hield Jef zitdag om de inschrijvingen voor het kamp in ontvangst te nemen. Tot drie uur had een al maar woester wordende bondsleider gewacht: van de 40 blauwhemden die zijn bond telde, hadden er zich slechts 24 gemeld. "Niet genoeg, jong!" snauwde Jef tegen zijn bondsschrijver, Cyriel Geraerts. Hij sprong op zijn fiets, reed spoorslags naar Romershoven, doorkruiste Hoeselt naar alle windstreken en tegen de avond had hij 30 namen op papier.
Van dan af klaarde het weer op. Nog twee dagen had de leiding om het kampthema 'Ik wil een dappere kerel zijn!' verder uit te werken. En op 20 augustus peddelde het blauwe heir van Dwars door Zee naar Hengelhoef. Het werd een enig kamp: het schoonste dat de bond ooit hield, schreef Jef in zijn verslagboek.
En wat ze daar geleerd hadden? Als je toen één van de kampveteranen daar naar vroeg, kreeg je steevast als overtuigend antwoord: "Ik wil een dappere kerel zijn! Trouw tot ter dood met u mijn broer".
Op 24 augustus, de laatste dag van het kamp, werden onze dappere kerels vereeuwigd voor de poort van het kasteelke van Hengelhoef. Met zijn 26-en staan ze erop, de 27ste stond achter de kodak. Op het laatste ogenblik hadden nog 3 onverlaten van de 30 ingeschrevenen forfait gegeven.
Vooraan links tonen de trotse Brigands de erewimpel, die zij als beste vendel van het kamp in de wacht gesleept hadden.
- 1. Pierke Thoelen. Hij had in 1950 de zwarte toog aan gekregen en mocht vanaf dan de titel van bondsseminarist voeren. In 1954 werd hij priester gewijd.
- 2. Theophile Geraerts uit het Hombroek, nu de Hoogstraat. Hij was de hulpkok van het gezelschap en aan zijn bros kon je in die tijd zien van waar de wind kwam.
- 3. Oktaaf Geraerts, broer van Theophile. Hij werd in 1952 bondsleider van Dwars door Zee en zou nog later priester worden.
- 4. Jozef Thijs (+), Jef van de secretaris, uit het Hombroek, nu Hoogstraat. Hij werd gekleed in september 1951 en priester gewijd in 1955.
- 5. Paul Thijs (+), of Paul van de secretaris, broer van de voorgaande.
- 6. Jean-Pierre Ungricht, van Valentine van Lathuy, hij woonde op de Timmersteeg (Hulstraat). De Hulstraat werd toen zo genoemd omdat 'den Timmer' een deftig huis op de hoek ervan gebouwd had.
- 7. Jos Pauly, gezegd 'de pater', woonde in de oude melkerij in de Lambrecht Lambrechtsstraat.
- 8. Frans Hensen van de Groenstraat. Hij is gekleed in 1952 en werd priester gewijd in 1956. Frans was de chef-kok van dienst. Zonder de kunst van het rijmen in acht te nemen bezong men zijn kookkunst als volgt:
"Hij kent de kunst goei soep te koken,
't is al ajuin, juin, juin wat men proeft!"
Thans aalmoezenier in het rusthuis van Bilzen.
- 9. Guido Lambrechts, (+), van Joepke, woonde in het Dorp in den Drèf. Hij schreef onder de schuilnaam 'Tijl' heel wat artikelkes voor de Doornkapper, het tijdschrift van Dwars door Zee.
- 10. Jan Thoelen, proost, priester gewijd in 1941. Hij behoorde nog tot de stichters van Dwars door Zee.
- 11. Robert Wijnen van de Groenstraat. Hij vervulde plichtsgetrouw het ambt van bondsspelleider en was daarbuiten ook nog een stukske occasiefotograaf.
- 12. Pierre Pellaers of de rosse Pellaers van de Groenstraat.
- 13. Constant Caproens uit het Kruis. Hij werd later leraar bij de broeders in Bilzen.
- 14. Willy Stulens, van Orm van Môres Jan en van Kêek Lis op het Broek. Virtuoze fluitenier.
- 15. Willy Jamaers, van Romershoven, karottentrekker 1ste klas: hij schilt patatten zonder mes, maar heeft een grote vork om ze op te eten.
- 16. Nicolas Vandebosch, zoon van André de aannemer uit de Kerkstraat. Hij beweerde sneller te kunnen lopen dan Gaston Reiff.
- 17. Jules Peters, van Jef van de koster.
- 18. Paul Achten, van Louis de koster.
- 19. Frans Nartus, van den dippetee.
- 20. Tony Jacobs, van Sjêerfrens, (+), getrouwd met Ghislène van den Hoed.
- 21. José Cielen, van Liske van Kweskes.
- 22. Victor Crommen, van Frans van de Smeed.
- 23. Alfons Jamaer, of de Fonne van Romershoven, broer van Willy.
- 24. Jean Driesen, van Kaat, uit de Kerkstraat.
- 25. Jozef Ketelslegers, van Modest in Romershoven. Van hem werd gezegd dat hij eieren at als pruimen en dan gelaten zijn buikkrampen doorstond.
- 26. Georges Moresi, oudste zoon van Paul Moresi.
Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be
|
|