|
|||||||
|
Ach zo zat datBurgerlijke Stand 19de eeuw: Geboorten
In Hoeselt is de eerst geregistreerde geboorteakte die van Anne-Marie Distels op 6 oktober 1797. In Sint-Huibrechts-Hern verscheen Adam Peeters op 24 augustus 1798 als eerste voor de ambtenaar van Burgerlijke Stand om de geboorte van zijn dochter Marie te laten registreren. In Werm opent het register op 25 november 1802 met de geboorteakte van de kleine Anne-Marguerithe Rouffa, dochter van een gelijknamige moeder.
Een kind moest aangegeven worden in de gemeente waar het geboren was.
Aangeven was de taak van de vader, die de dag van de geboorte of anders de volgende dag in aanwezigheid van twee getuigen verscheen voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. En hem het kind vertoonde. Zo stond het althans in de wet en in de geboorteakte. Het was de gewoonte de pasgeborenen binnen de twee dagen na de geboorte naar de kerk te brengen om gedoopt te worden. Het is dus niet verwonderlijk dat de wetgever in de standaardtekst van de geboorteakte de vertoning van het kind heeft opgenomen. Ook bij de 'registratie' in de kerkregisters was het kind lijfelijk aanwezig! En de geboorteakte was de wereldlijke tegenhanger van de kerkelijke registratie...Datum en tijdstip van de geboorte en de namen van het kind, van zijn ouders en van de getuigen werden genoteerd, veelal met vermelding van het beroep van de aanwezigen. Wie kon schrijven tekende de akte, wie niet zette een kruisje. Niet iedereen hield zich aan de nieuwe regelgeving. In de eerste jaren van het Nieuw Regime zijn verschillende geboorten niet aangegeven. Aanvankelijk ondervonden de kinderen geen hinder van het feit dat hun ouders de burgerlijke registratie genegeerd hadden. Maar... als het op trouwen aankwam ontstonden de problemen. Je kon niet trouwen zonder geboorteakte. Als je ouders na 1797 wel kerkelijk maar niet voor de wet getrouwd waren, was je bovendien een onwettig kind. Dit euvel werd verholpen doordat de nalatige ouders in extremis toch een burgerlijk huwelijk sloten en hun kinderen wettigden. Waren de ouders overleden, dan konden de niet-geregistreerde kinderen van de vrederechter een geboorteverklaring krijgen na getuigenissen van familieleden en kennissen. Doodgeboren kinderen *Romershoven: 1881-1900 Een kind werd als doodgeboren of zonder leven geregistreerd als het - ofwel vóór de geboorte overleden was - ofwel bij de geboorte stierf - ofwel hooguit enkele uren geleefd had In elk geval was de boreling gestorven vóór de aangifte. Doodgeboren kinderen kregen geen voornaam en vaak werd zelfs hun geslacht niet vermeld. Deze kinderen staan deels in de geboorteregisters ingeschreven en deels in de overlijdensregisters. Enkele ambtenaren legden ook aparte registertjes aan. In Schalkhoven komen er in de eerste helft van de eeuw geen registraties van doodgeboren kinderen voor. Het lijkt alsof de geboorten van die kinderen nog niet aangegeven werden. In de tweede helft van de eeuw zijn er 7 meldingen. Ook in St.-H.-Hern zijn er in de eerste helft van de eeuw maar 5 registraties (waarvan er één een tweeling betreft) tegen 18 in de tweede helft. In Werm werden, vanaf 1841, 20 kinderen als doodgeboren geregistreerd. Voor Romershoven beperken de gegevens zich tot de laatste twee decennia van de eeuw: 10 kinderen zijn er zonder leven geboren. In Hoeselt ging het om 244 kinderen. Bij 31 van hen is het geslacht niet vermeld. Wat Hoeselt betreft zijn er voldoende gegevens om vast te stellen dat er procentueel gezien beduidend meer levenloze geboorten voorkwamen onder de natuurlijke kinderen dan onder de wettige! 3,98 % van de wettige geboorten betrof een doodgeboren kind. 5,24 % van de onwettige geboorten is geregistreerd als doodgeboren. Onwettige kinderen *Romershoven: 1881-1900 Een onwettig kind is een kind dat niet binnen een wettig huwelijk geboren is. Het Burgerlijk Wetboek, uit de tijd van Napoleon, zegt: wanneer een kind geboren wordt tijdens het huwelijk of binnen de driehonderd dagen na het einde van het huwelijk, wordt ervan uitgegaan dat de echtgenoot van de moeder automatisch de vader is (dit is een weerlegbaar vermoeden). Deze wet is van toepassing als de echtgenoot van de moeder overleden is. Meestal waren de moeders van een onwettige boreling ongehuwd, soms weduwe. In de geboorteakte komt de naam van de natuurlijke vader niet voor. Onwettige geboorten werden meestal aangegeven door de vader van de ongehuwde moeder, door een ander mannelijk familielid, of door het gezinshoofd van het huis waarin de (jonge) moeder verbleef. Of door de vroedvrouw: in Hoeselt deed, meer dan 100 keer, een vroedvrouw aangifte van de geboorte van een onwettig kind. Ook in Schalkhoven is dat tweemaal gebeurd, in 1883 en 1887, door Anna Vandersmissen, een vroedvrouw uit Vliermaal. Het is duidelijk dat de deelgemeenten van het huidige Hoeselt in de 19de eeuw geen vroedvrouwen onder hun inwoners telden en dat men wellicht enkel in een uiterste noodgeval beroep deed op de wijsvrouw van een naburig dorp. Zelfs Hoeselt moest, volgens onderstaand lijstje, wel eens de hulp inroepen van een Bilzense vroedvrouw. Zijn in de Hoeseltse registers vermeld als vroedvrouw: Vooral in de eerste helft van de 19de eeuw lag het percentage onwettige geboorten hoog. Dit hoge percentage was niet toe te schrijven aan het verschijnsel dat bepaalde echtparen enkel voor de kerk trouwden. In dergerlijke gevallen omzeilde de ambtenaar op een subtiele wijze de kwestie van wettigheid door bijvoorbeeld de woorden 'wettig' en 'echtgenote' weg te laten. Bij deze geboorten zijn beide ouders vernoemd, werd vermeld dat ze 'samenwoonden' en kreeg het kind bijna altijd de familienaam van de vader. Bij een later huwelijk van een ongehuwde moeder werden de kinderen meestal door de echtgenoot gewettigd, ook al viel er vaak, wegens de lange periode tussen geboorte(n) en huwelijk, serieus te twijfelen aan het vaderschap van de echtgenoot. Sint-Huibrechts-Hern komt er het voordeligst uit met een gemiddelde van 2,5 % onwettige geboorten: 20 kinderen, geboren uit 17 moeders. Hoeselt, Schalkhoven en Werm geven daarentegen de indruk in het begin van de eeuw ten prooi te zijn gevallen aan een uitbarsting van zedenverwildering. Nochtans... Sint-Huibrechts-Hern als testcase Laten we aannemen dat de meeste ongehuwde moeders 'slecht aangekomen' waren en dat het met de man van hun leven uiteindelijk niet tot een huwelijk kwam. In een betrekkelijk klein bestand als dat van de Burgerlijke Stand van Sint-Huibrechts-Hern zijn we op zoek gegaan naar andere 'ongelukjes' die door de mantel der liefde en een spoedig huwelijk verdoezeld werden. Van 128 eerste kinderen is vast te stellen na hoeveel maanden huwelijk ze levend geboren zijn én in leven bleven. In 44 gevallen is dit ruim minder dan 8 maanden na de trouwdatum (34 %). Voeg bij deze 44 eerste kinderen, geboren in het huwelijk, de 17 eerste kinderen die als onwettig geregistreerd zijn, dan blijkt 42 % van de eerste kinderen vóór het eventuele huwelijk verwekt te zijn. En dit zijn dan alleen nog maar de vleeselijcke conversaties die wel tot een zwangerschap hebben geleid! Het is duidelijk dat een veel groter aantal geliefden (veel meer deze 42 %) geen weerstand bood aan de lokroep van de menselijke natuur. De moraal van dit verhaal? Het geboortecijfer *Romershoven: 1881-1900 Vanaf 1821 is het inwonersaantal van de gemeenten gekend, zodat die getallen gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld het geboortecijfer (per duizend inwoners) te berekenen. Er is een opmerkelijk verschil tussen de geboortecijfers van de eerste- en die van de tweede helft van de eeuw! Zo stellen we een ernstige daling van het geboortecijfer vast in Werm - dit duidt op veroudering van de bevolking, terwijl de andere gemeenten een verjonging doormaakten. Ter vergelijking: voor Limburg is het geboortecijfer tegenwoordig 10,3 per duizend inwoners. In mei, in mei... Het bestand Hoeseltse gegevens is groot genoeg om met getallen te bewijzen wat iedereen al wist! In de kortste maand werden de meeste kinderen geboren. Even terugtellen. Geboorten 19de eeuw - Hoeselt Oude & nieuwe namen Het eeuwenoud gebruik van aan de (vier) oudste kinderen de voornamen te geven van hun eigen ouders (de grootouders van de kinderen) en voor de jongere kinderen familie-eigen namen te kiezen, bleef ook in de 19de behouden. Maar hoe langer hoe meer kregen de kinderen méér dan één voornaam en zo kwam er ruimte voor creativiteit. Naast de oude namen verschenen er moderne, soms nooit eerder gehoorde voornamen zoals Octavie, Melanie, Charlotte, Apollonia, Victoire... Victor, Hipolythe, Tiburtius, Arthur, Casimir... Vooral de meisjesnamen Philomena en Gerardine doken op uit het niets om bijna onmiddellijk furore te maken: Philomena deed haar intrede rond 1840, Gerardine in de jaren 1890! Leopold, een koningsnaam De naam Leopold werd, weliswaar als tweede naam, al in 1832 door Willem Haijen van Werm gegeven aan zijn zoontje Mathias. Koster Mathijs Hoho was in 1842 in Schalkhoven de eerste om zijn zoon Leopold te noemen. Hoeselt volgde vrij laat in 1876, toen Gustave Lathuy zijn zoon Hypolithe als tweede naam Leopold meegaf. Pas in 1881 is in Hoeselt de eerste echte Leopold geboren: het zoontje van Jehannes Brauns van Overbos. In Sint-Huibrechts-Hern was het zelfs wachten tot 1900 vooraleer er een kleine Leopold ter wereld kwam: de zoon van Jan Cloosen. Top tien van de jongensnamen ...en van de meisjesnamen *Romershoven: 1881-1900
Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||