|
|||||||
|
Ach zo zat datHoeseltse lengte- en oppervlaktematen
Op 30 juni 1757 werd in Hoeselt een mandement van Prinsbisschop Jan Theodoor van Beieren afgekondigd, van 11 juni 1757, waarbij de gemeente verplicht werd om een controle te doen op de maten die zij hanteerde.
Zo verschenen op 18 juli 1757 voor de Hoeseltse schepenbank de burgemeesters Lambert Huygen, Mathias Van den Bosch, Henricus Voes en Gisbertus Rutten. Men had ook de hulp ingeroepen van een drietal ouderlingen, wier wijsheid en praktische kennis steeds zeer op prijs gesteld werd, zeker wanneer het ging over de oude gebruiken of costuymen. Tenslotte had de gemeente ook nog een beroep gedaan op Leonard Palmarts gezwoeren lantmeter, geadmitteert voor die Eedele Eerentfesten Heren Schepenen der Souverijne Justitie der Stadt ende Lande van Luyck.
Dit gezelschap legde zijn bevindingen aan de schepenen voor als zijnde de suyvere ende sincere waerheijt. Zo hadden zij vastgesteld dat de ketting, waarmee de landerijen in de jurisdictie Hoeselt werden gemeten vijfthien voeten seven ende eenen halven duym lang was. De ketting van Hoeselt in het vierkant maakte eene kleijne roede, en de ouderlingen bevestigden dat twintig van die kleine roeden een grote of gewone roede uitmaakten. Twintig grote roeden tenslotte maakten een bunder. Landmeter Palmarts verklaarde aan de schepenen noeijt anders gemeten te hebben en de ouderlingen bevestigden oock noeijt anders gesien te hebben... In Hoeselt en Althoeselt werd gemeten met de Sint-Lambertus-voet. Deze voet vertegenwoordigde een lengte van 0,291796 meter, en was op zijn beurt onderverdeeld in tien duimen. De ketting mat bijgevolg 4,595787 meter. De kleine roede had alzo een oppervlakte van 21,12113 vierkante meter. De grote roede mat 422,4252 vierkante meter, ofwel 4 aren 22 centiaren. Het bunder, twintigmaal een roede, had een oppervlakte van 8.448,5033 vierkante meter of 84 aren 48,5 centiaren. In Romershoven was een kleine roede eveneens 15 voet en 7,5 duim in het vierkant. In Sint-Huibrechts-Hern en in Schalkhoven daarentegen was de zijde van een kleine roede slechts 15 voet en 5,5 duim lang. In Werm had ze een lengte van 16 voet. Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||