|
|||||||
|
VoorvaderenBarzeele, sinds 1929 in Hoeselt aanwezigJacques Jehaes In vroegere publicaties kwamen de Hoeseltse familienamen regelmatig aan bod. Ga maar eens naar het “Volledig Archief” waar je onder de rubriek “Voorvaderen” onder meer volgende onderwerpen tegenkomt: - Mijn naam is …. - Verjans, van Hoeselt tot in Amerika. - Peukes, of waar de naam van de Geritsen vandaan komen. - Jehaes, made in Hoeselt. Sommige namen vindt men hier sinds mensenheugenis terug (Jehaes, Thoelen, Stulens, Daenen, Mercken…), andere zijn helemaal verdwenen (Quest, Crusemeckers…), en tenslotte zijn er die de weg naar Hoeselt hebben weten te vinden en intussen helemaal ingeburgerd zijn! In deze laatste categorie bevindt zich “Barzeele” Arthur Barzeele, een jonge man uit Lo, in de buurt van Veurne, geboren in 1892, behoort tijdens de Groote Oorlog als soldaat tot de 11°Linie. Als oud-strijder heeft hij trouwens verschillende eervolle onderscheidingen ontvangen. In de loop van 1919 (hij is dan nog niet gedemobiliseerd), moet hij dagelijks vanuit Hasselt, met een camion levensmiddelen in Maastricht gaan ophalen. Hijzelf is niet de chauffeur, maar de begeleider. Op een zekere dag hebben zij pech: in Mopertingen valt de camion in panne en is Arthur samen met zijn compagnon verplicht ter plaatse te blijven tot men hen zou komen depanneren. Dit houdt in dat ze ook naar logies moeten uitkijken. In de buurt is er gelukkig een café/afspanning bij Moors. Of het eten en het logement zijn meegevallen en hoelang de herstelling van de camion heeft geduurd, weten we niet, maar wat we wél weten is dat Arthur smoorverliefd wordt op de dochter des huizes nl. Catharina! Liefde op het eerste gezicht bestaat dus echt! Achteraf gezien zal dit voorval bepalend zijn voor zijn toekomst.
Na verloop van tijd wordt Arthur gedemobiliseerd en start hij zijn beroepsleven als bakker. Dit is immers altijd al zijn jongensdroom geweest. Zo gaat hij reeds als 12-jarige snotneus helpen in de koekjesfabriek in zijn buurt, namelijk deze van “De Strooper” die vandaag de dag in binnen- en buitenland bekend is . Vooraleer zelf met het broodbakken te beginnen, gaat Arthur gedurende een aantal maanden in het Luikse de knepen van het vak leren. Intussen heeft Arthur niet te klagen want zijn bakkerij draait niet slecht. In het weekend voorziet hij zijn klanten naast het gewone brood ook van zijn “krentemik”.
Op het amoureuze vlak verloopt het echter minder vlotjes: geef toe, Hasselt – Mopertingen is nog doenbaar, maar Veurne -Mopertingen is andere koek… zelfs voor een bakker… En van het een komt het ander: ze besluiten dan ook vrij snel te trouwen en nemen als jong bakkerspaar hun intrek in de bakkerij die Arthur intussen met succes runt. Tot daar alles ok, maar... Catharina kan niet aarden in de Westhoek! Dit probleem komt uiteraard telkens weer ter sprake tijdens de contacten met haar familie: het jonge koppel zou een bakkerij in het Limburgse willen beginnen. Er wordt dan ook druk uitgekeken naar een over te nemen bakkerij in de nabijheid van haar familie. Intussen trouwt haar broer Arnold (de “Brikkenbekker”) met Joanna Thijs en verhuist naar Hoeselt. Haar ander broer, Lambert, vindt de liefde in Hern (Peeters) en vervoegt zijn broer Arnold in Hoeselt. Op een bepaald ogenblik komt het aan de oren van Arthur en Catharina, via hun familie, dat in het dorp in Hoeselt een bakkerij leegstaat. Zo’n gelegenheid kunnen ze niet laten schieten en ze gaan dan ook hals over kop over tot de aankoop van het leegstaand pand! Om de herkomst van het pand en de eigenaar beter te kunnen situeren, moeten we even terug in de tijd gaan. Enerzijds hebben we Willem Alfons Somers (°1851): hij is bakker in het bewuste pand (de toekomstige bakkerij Barzeele). Anderzijds hebben we zijn broer Johannes (°1841), gehuwd met Thoelen Elisabeth. Zij hebben een zoon Pierre die op zijn beurt trouwt met Koelen Anne-Marie. Samen met twee broers van Anne-Marie zal hij de bakkerij Koelen (de Koel) uitbaten. Ook Willem Alfons heeft aan het nageslacht gedacht. Samen met zijn vrouw, Biesmans Marie Albertine, Barzeele Arthur Louis vindt zijn geluk in Bilzen bij Clercx Micheline en ze krijgen een dochter. Hij heeft een bakkerij in Bilzen, maar na de vroegtijdige dood van zijn vrouw, komt hij samen met zijn dochter terug in het ouderlijk huis wonen. De jaren verlopen en na de perikelen van de oorlog, beslist de jongste zoon August, Guske van de Bekker, te stoppen met de bakkerij en ze te verhuren. Eerst probeert Jan Meeuwissen zijn geluk, maar die gaat al gauw failliet… Ook de volgende huurder, Wim Schoefs kan het niet waarmaken en de bakkerij gaat opnieuw overkop… Het mislukken van het heropstarten van de bakkerij had waarschijnlijk ook deels te maken met de nabijheid van de succesvolle bakkerij de “Koel”. Na dit intermezzo zijn we terug bij Arthur Barzeele en Catharine Moors beland: ze laten er inderdaad geen gras over groeien en kunnen na veel vijven en zessen de bakkerij in 1929 van Guske de Bekker kopen voor 78000 Bfr. Intussen zijn we in 2017 beland en is het de vierde generatie Barzeele die de zaak in handen heeft: immers na Arthur, Winand en Gerard heeft Daniël nu de fakkel overgenomen. De bakkerij Barzeele is uitgegroeid tot een gerenommeerde klasse-handelszaak en wordt als dusdanig geprezen tot ver buiten onze gemeentegrenzen. Samen met de Koel vormt Barzeele een uniek bakkers-duo van hoge kwaliteit waarop vele gemeenten begrijpelijkerwijze jaloers zijn. Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||