Èn 't plat gëzaat
Woorden die nog niet in 'Den Hôessëlsë Diksjënêer' staan - deel 5
Paul verzamelde weer een reeks woorden en uitdrukkingen die nog geen plaatsje vonden in 'Den Hôessëlsë Diksjënêer'.
Ontdek een vijfde overzicht bij...
Woorden die nog niet opgenomen zijn in de Hôessëlsë Diksjënêer:
- baggëbútër : man die biggen castreert
- bëgoid : iemand die te veel alcohol gedronken heeft
- bij tijd èn wijl : af en toe
- bjon : bron | bjùnkë : bronnetje
- blùtskop : blootshoofd
- blwo's : 1. blaas fig. 2. blaaskaak
- bok | de bok z’n kont : dat zie je van hier
- d'anër wêek : volgende week
- dën énë mèt de génë : zeer lange tijd
- dissël : 1. distel 2.deel van kar
- dôvërwèttëg : wanneer de snijzijde van de zeis te dun is
- ènvëstjèrrë : investeren
- gëbroddël : 1. geknoei 2. buikkrampen
- génë bal : totaal niets
- ërùmp : gerijmd, licht gevroren
- goië : werpen , smijten
- grinsëntèrrë : al wenende
- hôos | da’s hôos : dat is ’n goede gelegenheid
- hôrë : zeis harden (slijpen)
- hossël : horzel
- jèslèng : kalf van 1 jaar oud
- jôgë : 1. rijden 2. beum jôgë : onderste takken verwijderen van canadabomen
- kabio : lummel
- kapraun : hoofdbeschermer van de imker
- kèskë : kaasje
- klak : zweep
- klatsë : 1. klappen in de handen 2. morsen van water
- kloetzak : bedrieger, fopper
- kukskë : koekje
- kùkskë : kuikentje
- lauzëpoot : geen --- = niets
- leep | në lépë kjèl : een sluwe kerel
- lêepoog : iemand met ooghoekvuil
- leupëg : loops ook leupëtëg
- leute - autër leute : heeft geen vorm meer (vb jas)
- luim : lijm
- mettëkë : schaapje
- môen : kus
- nèltijd : de hele tijd
- nès | aa-ë nès : vuiligheid, slordigheid , vieze rommel
- onwêer : onweer
- ôoftroevë : pak slaag geven
- ôonloië : vastzetten van vuil (vb in kookketel)
- op dën èngël stotë : er op attent maken
- opsjikkë : versturen van post
- pootstoemp : wortelstamppot
- rêek : rijf
- ritsig : zegt men van een hete geit
- rotzak : smeerlap
- sjronk | 'n môgër sjronk : 'n magere vrouw
- sjùddë : schudden
- sleuphoot : houten balk achter eg om de grond te egaliseren
- snotbrak : snotneus van 'n jongen
- spijèètëg : letterl. vert. : spuwachtig , neiging tot overgeven
- staarappël : sterappel
- stang : op stang jôgë : tergen, uitdagen
- tullërie : paardenkoets op vier wielen
- twa'l : isoleerlinnen
- ùmzeumë : omzomen
- vèddëgoed : veel te goed, goedhartig
- vërsjijnës : niet echt
- volspeut : zeer snel
- waggong : wagon
- wêgë : sturen
- wêmës : van wie
- wjèdzjë : waarde
- wo'ttërpaas : waterpas
- zémëlëkneupër : beroerd, vervelend mens
- zémëlèr : zeveraar
- zjatsë : op stap gaan
Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be
|