|
|||||||
|
VoorvaderenHet kruis in de W'olstr'ot
Tegen de linkerberm, halverwege de holle weg die van de Kiezelstraat naar de Jeugdkapel leidt, staat het gedenkkruis voor Hendrik Vrancken.
Op den 27sten September 1917 is hier schielijk overleden JONKHEER HENDRIK VRANCKEN van Hoeselt oud 60 jaren Bidt God tot troost zijner ziel R.I.P. Over de omstandigheden van zijn dood is weinig geweten. Hij zou op de bewuste plek plots overleden zijn ... Hij zou van de kar gevallen zijn en ter plaatse doodgebloed ... Het kruis had in de eerste helft van 20ste eeuw een bezondere aantrekkingskracht: men ging er bidden om verlost te worden van tandpijn! Misschien had de overledene tijdens zijn leven een bijzondere gave? Wie was Hendrik? Vrancken De overledene, Henri Vrancken, was geboren op 15 april 1857 als jongste zoon van Elias Vrancken en Maria Catharina Helena Budé. Maar laten we een goede honderd jaar eerder beginnen, toen de Vrancken, die de voorvader werd van de latere Hoeseltse Vranckensen, in Hoeselt zijn entree maakte. Henri's grootvader, Steven -of Etienne- Vrancken, was geboren in Eigenbilzen op 27 oktober 1740. Hij woonde al in Hoeselt eer hij er, in 1771, trouwde met de ongeveer vijftigjarige Hoeseltse Anna Mercken. Het echtpaar ging op den Pasch wonen, bij die Paschbrugge. De toenmalige Pasch mag niet verward worden met de huidige Pasbrugstraat, die op het einde van de 19de eeuw is aangelegd.Het huwelijk van Steven en Anna bleef (uiteraard) kinderloos en Anna stierf als tachtigjarige dagloonster op 22 februari 1802. Een kleine zes maanden later hertrouwde Steven met Elisabeth Daenen, de bijna veertigjarige dochter van Elias Daenen en Elisabeth Vanhees, landbouwers in de Groenstraat. Elisabeth werd de nieuwe huisvrouw in de woning op den Pasch. En dit huwelijk werd gezegend met twee kinderen: Anne, geboren in december 1803De Vrackensen waren en werden - van vader op zoon - zadelmakers. Volgens de volkstelling van 1820 oefenden de tachtigjarige Steven en zijn vijftienjarige zoon Elias in Hoeselt als enigen dit beroep uit. Moeder Elisabeth was spinster. Ze stierf in november 1821. Steven werd 92 jaar oud en hij bleef tot in zijn laatste dagen actief: toen hij in januari 1833 stierf was hij landbouwer van beroep. Dochter Anna trouwde in 1826 met Andries Boelen van Rijkhoven. De jongehuwden bleven nog een tijdje 'boeren' op de Pasch maar in de jaren 1830 vertrokken ze en lieten het rijk aan broer Elias. Elias Vrancken, haam- en zadelmaker in het ouderlijk huis op de Pasch, trouwde in 1834 met de 17-jarige Maria Catharina Helena Budé uit Reek - Bilzen. Zij was de dochter van Joannes Wilhelmus Budé en Ida Maria Hermans. Het werd een lang en vruchtbaar huwelijk. Het is Henri, de jongste uit dit gezin, die in 1917 de dood vond in de W'olstr'ot, op enkele passen van zijn geboortehuis. En de andere kinderen? Over sommigen van hen zijn geen gegevens meer terug te vinden. Voor drie zonen is dat anders. Drie broers trouwden in Hoeselt en gingen in het Dorp wonen. Alle drie waren ze rond 1890 herbergier én - toch zeker Stephanus en Lambert - ook haammaker/zadelmaker. Jan Vrancken werd onderwijzer. Bij het begin van de schoolstrijd, in de jaren 1880, was hij "gemeente-onderwijzer" in Rijkhoven. Maar vermoedelijk heeft die schoolstrijd hem parten gespeeld ... in 1890 was Jan herbergier in het Dorp. Jan trouwde in 1877 met Maria Elisabeth Somers, een dochter van Louis André Somers en Catharina Koelen. Toen Maria Elisabeth met Jan trouwde was ze al weduwe van Peter Lambrechts - met twee zoontjes. Zelf kreeg het echtpaar Vrancken-Somers drie dochters: Marie Hubertine, Anna Maria en Marie Catharina. Lambert Vrancken trouwde in 1872 met Anna Maria Stuyvers, de dochter van Pascal Stuyvers en Elisabeth Lormans. Zowel Pascal als zijn dochter zijn in Bilzen geboren. Het gezin Stuyvers verhuisde naar Hoeselt en hield een herberg in het Dorp. Lambert Vrancken en Anna Maria Stuyvers kregen zeven kinderen. Twee van hen stierven in hun eerste levensjaar. Bleven in leven: Elisabeth, Antonius, Joanna, Anna Catharina en Marie. Lambert was van beroep herbergier-haammaker. Tenslotte was er de oudste van de broers ... Stephanus Vrancken Stephan was zadelmaker, haammaker, landbouwer én, zeker in 1890 en later, herbergier. In het Dorp. In 1871 trouwde hij met Maria Christina Thoelen, dochter van Peter Thoelen en Anna Maria Daenen. Vader en moeder Thoelen waren herbergiers in het Dorp, naast - of beter: rechts van - Schepenswinning (nu Schepenenlaan), in de huidige woning Jamaer. Toen Maria Christina met Stephan trouwde, bracht ze -op zijn minst- zeven of acht kinderen mee, want Maria Christina was de weduwe van Louis André Somers. Louis André Somers trouwde in 1834 met Catharina Koelen. Catharina schonk hem 13 kinderen. Ze stierf toen het jongste kind vijf jaar was.En dan, een goede vijf jaar later, waagde Stephan Vrancken de grote stap. Stephan en Maria Christina kregen twee kinderen: Elias en Marie. Onderstaand schema kan de situatie verduidelijken. Liaisons Op te merken is dat in de jaren 1870 de drie betrokken families - Somers, Thoelen en Vrancken - door nieuwe onderlinge huwelijken nog inniger met elkaar verstrengeld raakten. Zo trouwde in 1871 Joannes Josephus Somers, een stiefzoon van Maria Christina Thoelen (nu echtgenote Vrancken) met de jongere zus van zijn stiefmoeder, namelijk met Elisabeth Thoelen. Toen beide ouders Thoelen overleden waren, zette Joannes Josephus Somers het café van zijn schoonmoeder verder. En hij gaf het een, voor die tijd erg exclusieve, naam: de Congo. Zijn kinderen en kindskinderen zouden de toenaam van de Congo blijven dragen! Enkele namen: Een stiefdochter van Maria Christina Thoelen, namelijk Maria Elisabeth Somers, werd in 1877 de vrouw van Jan Vrancken, de broer van Maria Christina's man Stephan. De stiefdochter was nu schoonzus! Om enige klaarheid te scheppen in de intrigerende situatie van de twee naast elkaar gelegen bakkerijen Somers - in het Dorp, begin twintigste eeuw - moet ook een derde stiefkind van Maria Christina Thoelen vernoemd worden: Willem Alphonse Somers. Willem Alphons had al van in de late jaren 1870 een bakkerij Somers aan de rechterzijde van de bakkerij Koelen. Willem Alphonse was de vader van Louis Somers, die als spion terechtgesteld werd in de Eerste Wereldoorlog. Hij was ook de vader van de legendarische 'mêtskes van de bekker'. Zijn bakkerij werd later de bakkerij Barzeele. Dat beide bakkerijen naast elkaar lagen was niet direct een groot toeval. Zo'n eeuw eerder stond daar de woning - met tuin en ander toebehoren - van hun gemeenschappelijke voorouders. Elias Vrancken Stephans zoon Elias, zadelmaker, trouwde op 13-10-1897 met de bijna 25-jarige Catharina Jehaes, gezegd Netje of Trinette. En ja, ook de ouders van Netje, Henri Jehaes en Margaretha Lambrechts, waren herbergiers in het Dorp: ze hielden het 'Café de Zwaan', gelegen net boven de Hulstraat, nu 'bij de verver' of 'huis Goffin'. De ouders van Netje stierven in het midden van de jaren 1890. Bij haar huwelijk was Netje de herbergierster van dienst. Elias was de boezemvriend van Lambrecht Lambrechts; hij was zijn mentor, zijn klankbord, zijn toeverlaat in Hoeselt. Elias de verhalenverteller en Lambrecht Lambrechts de schrijver... een ideale combinatie. Het gezin Vrancken-Jehaes telde zeven kinderen. Elias stierf al op 52-jarige leeftijd. Netje bleef alleen achter met een huis vol opgroeiende kinderen ... Kinderen met aangeboren talenten: toneelspelen en zingen zat hen in het bloed - en natuurlijk ook een beetje het herbergieren! Familieportret Op bijgaand kiekje staat Elias Vrancken rechts en zijn zus Marie, een beetje beschadigd, links. Centraal zit Trinette Jehaes, Elias' vrouw, met de twee oudste kinderen van de volgende generatie Vrancken: Stephan of 'Fong' (rechts) en Henri of Rik (links). De dame die haar handen op Netjes schouders legt is Kaatje van de Congo. Op de achterste rij staan twee 'ververs' die "aan de kerk bezig waren" en een 'knechtje'. Zus Marie Vrancken trouwde in 1907 met Martin Achten: zij werd de moeder van koster Louis. Daarna Elias stierf in 1923. Hoe verging het Netje en haar gezin? Het gezin Vrancken-Jehaes woonde in het midden van het Dorp en het is een feit dat Netje, die ervaring had met herbergieren, er zeker na de dood van haar man café hield. En vermoedelijk ook eerder. Bijgaande foto van het café dateert van na de Tweede Wereldoorlog, en van vóór de dood van Netje. Toen stond zoon Jef achter de toog. Na het overlijden van de moeder werd het pand in drie delen verdeeld:
De bijnaam 'van de Gèle' komt niet van de Vranckensen. Hij is een erfstuk van de Jehaesen. Het hoofdhaar van Netjes vader - of vóórvader? - zou pootgeel geweest zijn! En Netjes broer Willem had voorzeker de haarkleur van zijn vader geërfd: hij ging door het leven als de Gèle Wim. Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen? |
||||||