Hoeselt Vrugger   |     Contact   |     Zoeken
 
 

 

Voorvaderen

Louise Thoelen... een vrouw om fier op te zijn!


Wie was dat meisje?
Joanna Louisa Thoelen werd in Hoeselt geboren op 2 februari 1881, in de hoeve op de hoek van de Groenstraat en de Heibrikstraat. Ze was het zesde kind in het gezin Thoelen-Lambrechts.
Haar vader, Louis, was schrijnwerker-landbouwer en haar moeder Joanna-Philomena... was de tante van Lambrecht Lambrechts.
Na het lager onderwijs, bij de zusters van Maria in de school boven in het Dorp, mocht of moest Louise voor haar middelbare studies naar het Pensionat pour la Jeunesse in Tongeren, een school die pas kort daarvoor was opgericht door de Zusters van de Heilige Harten, beter gekend onder hun populaire naam Zusters Picpussen.
En hierdoor werd haar hele verdere leven bepaald!





Roepingen
Het lijkt wel of het gezin Thoelen-Lambrechts door God was uitverkoren.
In 1900 legde de oudste dochter Maria Cecilia Josephina haar geloften af bij de Urselinen in Diepenbeek.
Ondertussen studeerde zoon Jozef, drie jaar ouder dan Louise, aan het seminarie in Luik. Hij zou er in 1904 tot priester worden gewijd.
Louise zelf voelde ook iets kriebelen, maar werd voorlopig in haar ambities geremd door de ontradende houding van haar vader. Broer-seminarist Jozef wist pa echter te overtuigen en uiteindelijk kreeg Louise de zegen van haar vader.
Tenslotte zou ook het jongste en zevende kind uit dit gezin, zoon Jan, in 1913 tot priester gewijd worden.

Van Jeanne Louise naar Zuster Louise Henriette
Begin 1903 was het zover: Jeanne Louise trad in bij de Zusters Picpussen, in Tongeren. De aspirante moest nog tot 25 maart wachten op haar officiële 'kleding' als novice, maar haar nieuwe kloosternaam, zuster Louise Henriette, wenste ze zo snel mogelijk te gebruiken... zo blijkt althans uit haar dolgelukkige - en licht euforische - brief die ze al een week later schreef naar pastoor Kerkhofs in Hoeselt:
Mijnheer Pastoor,

Omdat ik weet hoezeer u met mij begaan bent, wil ik u deelgenoot maken van mijn geluk.
Op 8 januari trad ik toe tot het noviciaat van de Heilige Harten; ik ben er perfect gelukkig en ik kan de goede God niet dankbaar genoeg zijn dat Hij me aanvaard en voorbestemd heeft om ooit zijn bruid te worden! Dat Hij me altijd de moed geve, en de standvastigheid, om het vol te houden tot het einde: van vurige novice tot heilige zuster. Daarom, mijnheer pastoor, hoop ik dat u me steunt en me gedenkt in uw gebeden.

Mijn ouders hebben Moeder Overste ontmoet en ze kwamen goed met haar overeen! Alhoewel ze tevreden zijn, heeft ons afscheid hen zeer aangegrepen. Ik leef mee in hun verdriet, dat ook het mijne is. Ik troost me met de gedachte dat de goede Jezus hun edelmoedigheid zal belonen door te zorgen dat niets hun geluk in de weg kan staan.
Aanvaard, mijnheer pastoor, mijn kinderlijke dankbaarheid die ik u met het grootste respect betoon,
Louise Thoelen
als kloosterlinge: Zuster Louise Henriette van de Heilige Harten

lees ook de originele, Franse, brief: deel 1, deel 2 en deel 3

Tegelijk met haar intrede begon Louise aan haar studies in de plaatselijke normaalschool. Ze behaalde haar diploma en gaf er ook nog even les.

In 1905 vertrok ze naar het moederklooster in Picpus, een wijk in Parijs. Daar legde ze op 17 oktober 1906 haar plechtige kloostergeloften af.
Vanuit Picpus werd zuster Louise Henriette naar het Belgische Courcelles-Motte, in Henegouwen, gestuurd als assistente van de directrice van de Lagere School.
In 1908 werd ze teruggeroepen naar Picpus.

Een levensopdracht
Nog datzelfde jaar, op 29 juli, scheepte zuster Louise Henriette met nog zes andere zusters in naar de Verenigde Staten, om er te Fairhaven, in de staat Massachussets, een nieuwe stichting van de Orde van de Heilige Harten te beginnen. Hier bleef ze tot in 1916, toen de algemene overste haar uitkoos om de Orde te laten bloeien in het hart van de Stille Oceaan.

Op 7 november 1916 kwam Louise Thoelen aan op haar nieuwe bestemming: het klooster van Kaimuki op het Hawaï-eiland Honolulu.
Bij haar aankomst was de situatie snel overschouwd: een pas gebouwd klooster in een woestijn van rotsen en cactussen.
Als overste zou ze de rest van haar leven wijden aan de uitbouw en bloei van haar klooster en haar school in Kaimuki.

De school van Kaimuki telde in 1916, bij haar aankomst, 300 leerlingen. In 1952 waren er dat 800, verspreid over een lagere, een middelbare en een academische graad.
In 1930 opende Louise een nieuwe school in de paroche Saint-Patrick waar de teller in 1952 stond op 900 leerlingen.
In 1951 volgde nóg een school op het eiland Kauai.

In al die jaren speelde zuster Louise Henriette tegelijk architect en bouwheer, leidde ze met sterke hand het klooster en de scholen, trok het voortouw in de jeugdzorg en hield ze zich bovendien ook nog bezig met pastoraal werk.
Op haar 'buitenschools' palmares staan de oprichting van een scouts- en welpengroep (1935 en 1944), de stichting van het muziek- en zangensemble Schola Cantorum (1946), en van een atletiekafdeling (1947).

Voor haar titanenwerk ontving Louise van de Belgische regering de Gouden Palmen in de Kroonorde.
De Franse regering vereerde haar met de titels van Officier d'Académie en Ridder van het Erelegioen.

In 1949 werd Zuster Louise Henriette provinciale overste van de kloosters van haar congregatie op de Hawaï¬eilanden.

En tussendoor...
... was er ook nog tijd om te reizen. Geen plezierreizen. Maar noodzakelijke verplaatsingen in het belang van haar taken. We vinden de naam van Louise Thoelen herhaaldelijk terug in de Amerikaanse passagierslijsten: van Honolulu naar het vasteland en omgekeerd; aankomsten in Portland, in Boston in New York, in Quebec...
Of er ooit een familielid bij haar op bezoek is geweest hebben we niet kunnen achterhalen. Maar Louise onderhield een warm schriftelijk contact met het thuisfront. Blijkbaar gebruikte ze Frans als correspondentie-taal! Dat is althans het geval op de twee kaarten aan broer Jan, die hierbij afgebeeld zijn.
Vooral de kaart uit 1929 is interessant: Louise kondigt aan dat ze pas in augustus in Parijs zal aankomen! Ze is dus minstens één keer terug in Europa geweest... en misschien is ze toen een kleine vijf jaar hier gebleven? Want in 1934 vertrekt er, volgens dezelfde Amerikaanse passagierslijsten, een Louise Thoelen uit Cherbourg... en komt er in Quebec een Louise Thoelen aan.


Het einde
Door het harde werk en de onverdroten inzet werd haar gestel echter ernstig aangetast.
Al enkele jaren voor haar dood moest zij meestal de kamer houden maar nam ze nog altijd van daaruit haar talrijke taken waar.

In de loop van de Goede Week 1952 verergerde haar toestand op een dramatische wijze. Achtereenvolgens een hersenbloeding, een hartinfarct en een longontsteking ... werden haar uiteindelijk fataal. Ze overleed op 6 mei 1952.

Haar laatste woorden waren: 'Ik ben zo gelukkig...'.

En zo was de cirkel rond...
Herinnerde Louise zich, in haar laatste uur, de woorden nog die ze als jong meisje schreef naar de pastoor van Hoeselt?
... j'y suis parfaitement heureuse et je ne puis assez remercier le bon Dieu du bienfait qu'il m'a accordé en me destinant à devenir un jour son épouse...
de rouwstoet
Haar stoffelijk overschot werd opgebaard in het klooster van Kaimuki.
De bijna koninklijke begrafenisdienst werd voorgegaan door James J. Sweeney, bisschop van Honolulu. Een rouwstoet van niet minder dan 150 wagens trok tussen een haag van mensen naar haar laatste rustplaats: Diamond Head Memorial Park.

De blijken van medeleven en eerbetoon die de Orde na het overlijden van Zuster Louise Henriette ontving stonden bol van de superlatieven... ze prezen Mère Louise Henriette regelrecht de hemel in!
klik op * om te lezen

Ze had een vriendelijk, zachtaardig en edelmoedig karakter... maar ze was ook ondernemend en stoutmoedig en als ze eenmaal een beslissing genomen had, dan kwam ze daar niet meer op terug: ze was een doordrijver! Ogenschijnlijk was ze onvermoeibaar...

Louise was gezegend met een helder verstand, met gemak verwierf ze kennis op vele terreinen... en God riep haar naar een plek waar ze al haar kennis en talenten kon gebruiken.

Haar verwezenlijkingen op de eilanden van Hawaï zijn van onschatbare waarde..

En dan... haar stem! met één woord: 'admirable'.
Niet verwonderlijk dus dat Louise een Schola Cantorum had opgericht.
Zo ging dat verder... een bewonderaar probeerde Louise Henriette Thoelen samen te vatten in één zin:

'une âme tout a fait supérieure par l'intelligence, la délicatesse de ses sentiments, son esprit surnaturel, son zèle apostolique.'

Dit beeld van haar wordt versterkt door een ode, opgedragen aan Ma Mère Louise Henriette en verschenen in een plaatselijk tijdschrift...

Beloved Ma Mere

Within her depth of heart, beneath her smile,
What nurtured there
All her endearing charm, and love, the while
We knew Ma Mere?

She did not ask of Me that life should be
A pleasant road;
She did not ask that I should ever free
Its painful load.

She did not ask that flowers would always spring
beneath her feet;
She knew too well the poison and the sting
Of things too sweet.

She did not ask her cross to understand,
Her way to see;
She knew 'twas better just to feel My Hand,
And follow Me.

She never asked that I should ever shed
Full radiance here;
But just a ray of peace, that she may tread
Without a fear...

Grateful, O Heart of Love, we tender Thee
Our hearts in prayer
That they may mirror always faithfully
Beloved Ma Mere.


In Hoeselt
Ook in Hoeselt werd het overlijden van Louise Thoelen herdacht.
De doodsbrieven zijn rondgedragen op 8 mei, de plechtige rouwdienst vond plaats op maandag 12 mei 1952, in de Sint-Stefanuskerk.

Een tweede zielendienst werd gezongen in de kapel van de zusters van de Heilige Harten, in Tongeren, op vrijdag 16 mei.

Lees het doodsprentje dat bij deze gelegenheid werd opgesteld.


Kennismaking met de naaste familie
Broer Petrus Willem, (1868-1929), trouwde met Anna Maria Lormans van Beverst. Hun zoon Louis (Lewieke Thoelen) bleef met zijn vrouw Trinette Vanvinckenroye wonen in de ouderlijke hoeve aan de Groenstraat/Heibikstraat.



Zus Marie Cecilia Josephina (1870-1958) werd mère Odile bij de zusters Urselinen in Diepenbeek.
Op de foto: de familie rond de feesttafel bij het 50-jarig kloosterjubileum in 1950.



Zus Anna Margareta (1872-1963) trouwde met Henri Thijsen uit Bilzen. In 1919 kwam hun gezin in Hoeselt-Neder wonen aan het (huidig) kruispunt bij de kerk aldaar, in het 'stamhuis' van de familietak Thoelen-Erckens. Anna Margareta's grootvader, Pieter Thoelen - die kuiper was, bouwde er een woning in de eerste helft van de 19de eeuw.
Ook uit het gezin Thijsen-Thoelen stamt een priester: Joseph Thijsen. Hij wordt op het doodsprentje van Louise vermeld als haar neef-priester tezamen met haar twee broers-priester.

Zus Maria Wilhelmina (1875-1945) trouwde met Joannes Martinus Gerits. Dit gezin kocht in 1920 de hoeve Grote-Bivelen, toen nog gelegen onder Bilzen. Dochter Alberte trad in de voetsporen van haar tantes: ze werd kloosterlinge bij de Zusters van Liefde.


Broer Jozef (1878-1952) werd priester. Hij stierf als pastoor van Montenaken. Toen hij, van 1920 tot 1931, pastoor was van Poucet - een klein dorpje bij Hannut - zorgde hij dat er een nieuwe parochiekerk werd gebouwd. Zijn zus Mère Louise schonk het tabernakel!




Broer Jan (1886-1960) werd ook priester. Hij was tot 1916 leraar aan het college van Neerpelt. Daarna werd hij kapelaan in Herve, vervolgens pastoor in Seraing, in Waterschei en in Althoeselt. De laatste jaren van zijn leven was hij rector van het Sint-Jozefinstituut in het centrum van Hoeselt.





Heeft u aanvullende informatie, vragen of opmerkingen?
Mail gerust naar reacties@hoeseltvrugger.be